TRIVIA 2

TRIVIA 2


Kinderkleding

Modevoorspelling

Vrij van zegel

Kopie van kopie

Echte Vlamingen

Dierbare echtgenoot

Kuifje leest

Interland baanwielrennen

Oostendse redding

Uitgetelde bibliograaf

Bizar seksboek

Inktvlekschande

Sensuele boerin

Antiquaarsvrouw

Minibibliofilie

Stil leven of dode natuur

Een lopende Rembrandt

Muzikaal gevecht

Pictografische VW

Oude rolstoel

Kinderlokker

Zeldzame kinderkleding


Rond 1810 verscheen in Parijs een uitzonderlijk boek: Modes de Paris – Costumes d’enfans. Over kindermode was er weinig gepubliceerd en zeker niet over babykleedjes. Daarom wordt dit uiterst zeldzaam boek dan ook zeer gezocht door zowel modebewuste bibliofielen als ‘kinderlijke’ mode-freaks…


Modevoorspelling


In het Engelse maandblad The Strand van 1893 verscheen een artikel over ‘toekomstige modedictaten’. De auteur ‘citeert’ een boek dat verondersteld wordt 100 jaar later (dus in 1993) te verschijnen: The Past Dictates of Fashion. In deze denkbeeldige toekomst is mode een gerespecteerde wetenschap die vanaf de jaren vijftig aan de universiteit wordt bestudeerd. Volgens deze deskundigen volgen de modetrends ‘onveranderlijke wetten’!  

Cade Gall, ‘Future dictates of fashion’ in The Strand 1893, 5 p 551-560 https://publicdomainreview.org/collection/fashions-of-the-future-as-imagined-in-1893

Vrij van zegel


“D'après Vrij VAN ZEGEL, école du XXe siècle. Museum Plantin-Moretus, Anvers

Épreuve signée en bas à gauche. Circa 1960-1970.” Zo kondigde een Frans veilinghuis de verkoop van deze affiche aan. De ‘expert’ ging er vanuit dat, volgens de vermelding links onder,  een zekere heer Van Zegel deze affiche had gemaakt! Had onze deskundige minstens de moeite gedaan Google translate te gebruiken dan zou zijn kunstenaar ‘exempt de sceau’ betekenen. Het verwijst naar Artikel 198 van het 7e Wetboek der taksen dat bepaalde affiches vrijstelt van ‘aanplakkingstaks’ die vroeger in de vorm van een fiscale zegel op de affiche gekleefd werd.

Kopie van kopie


De Antwerpse boekdrukker Jacob van Liesvelt publiceerde in 1526 de eerste gedrukte complete Nederlandstalige bijbelvertaling (inmiddels bekend als de ‘Liesveltbijbel’). Dat verklaart waarom op deze prenten twee geestelijken bij zijn  boekhandel staan te kijken, althans in de fantasie van Henri Leys die hiervan in 1853 een typisch historieschilderij maakte. Dat bewuste schilderij staat hier rechts als zwartwit foto. Enkele jaren later maakte Pierre Jan Baptiste van Reeth er een ets van die bij afdruk een spiegelbeeld van het schilderij werd. Een anonieme 19de-eeuwse kunstenaar gebruikte vervolgens de ets om er een schilderij van te maken, waardoor we hier een ongebruikelijke kopie van een kopie krijgen.

Echte Vlamingen


Hoewel hij opgroeide in Gouda is Adriaen Brouwer geboren in het Oostvlaamse Oudenaarde. Zijn levendige volkstaferelen waren zeer gegeerd en kwamen zelfs  terecht in privéverzamelingen van Rubens en Rembrandt. Uit zijn oeuvre lijkt het wel alsof hij de grootste tijd van zijn leven doorbracht in de kroegen! Het schilderij van een groepje drinkende en rokende mannen werd een eeuw later (1760-1780) gekopieerd door de Franse graveur Pierre François Basan. Hij verkocht de ets in zijn Parijse winkel en bij Pierre Fouquet in Amsterdam onder de wervende titel Les vrais Flamands. Die ‘echte’ Vlamingen behoorden destijds niet meer tot Nederland of Frankrijk maar zaten onder Oostenrijks bewind.

Lieve dure echtgenoot


Deze ets van Robert Brichet naar een tekening van Joseph Franz von Göz verscheen in een reeks karikaturen: L'Exercices d'imagination de differens caractères et formes humaines – Die heutige sichtbare Körperwelt oder 100 Charakter Züge (Augsburg, 1785). De  titel ‘Avec son cher époux’ werd vertaald als ‘Mit ihrer theuren Ehehälfte’. De dierbare echtgenoot kan dus ook een dure man zijn met de dubbelzinnigheid van het Franse ‘cher’! Hij ziet er zo naïef uit met de handen gevouwen op zijn prominente buik en in zijn vestzak een boek en een kralensnoer: een bijbel en een rozenkrans?

zie 'boekenjaszak'

Kuifje leest


Deze ‘Tintin Reading’ maakte Roy Lichtenstein voor de omslag van Tintin in the New World: A Romance van Frederic Tuten (1993). Kuifje leest een krant met Bobbie aan zijn voeten en de schipperspet van kapitein Haddock op het salontafeltje. Achter zijn rug suist een kris voorbij tegen de achtergrond van het bekende schilderij ‘La danse’ van Henri Matisse. En wat die ‘crac’ betekent blijft even mysterieus zodat je het boek wil lezen en in dat geval is zijn cover geslaagd te noemen.

Over de relatie van Lichtenstein en Matisse: https://www.centrepompidou.fr/fr/magazine/article/matisse-vu-par-roy-lichtenstein


Interland baanwielrennen



In het Antwerpse Sportpaleis kon je op 26 januari 1935 een competitie België-Nederland voor baanwielrenners bijwonen. Om de talrijke stayers, sprinters en omniumrenners te zien waren de plaatsen in de tribune en op het grasplein voor ‘dames’ aan halve prijs!

Oostendse redding 

De Brusselse schilder François Stroobant werd vooral bekend door zijn pittoreske afbeeldingen van monumenten die in de vorm van steendrukken sterk verspreid raakten. Zo maakte hij het boek Monuments et vues d'Ostende (Brugge, Joseph Buffa, 1847). Op de achtergrond van de prent links, ‘Baigneuse d’Ostende’, ziet men een eigenaardig tafereel: een man sleept een vrouw door of uit het water. Ik dacht aan een reddingsactie tot ik van dezelfde kunstenaar een andere prent zag: ‘Les malades aux bains de mer à Ostende’. Het baden in zeewater werd als heel heilzaam beschouwd. De illustratie komt niet voor in genoemd boek en lijkt qua stijl  eerder op een karikatuur. Ondergaat deze ‘zieke vrouw’ een waterkuur of wordt ze half verdronken uit het water gesleurd? De tweede afbeelding zou je eerder verwachten in Tribulations des bains de mer d'Ostende (1860) van dezelfde uitgever (met karikaturen van Cham).

Uitgetelde bibliograaf


Het tijdschrift Le Bibliophile Français (1 mei 1868) bracht een homage aan de overleden Jacques-Charles Brunet die bij antiquarische boekenliefhebbers eeuwige faam verwierf met zijn monumentale Manuel du libraire et de l'amateur des livres. De laatste editie die hij uitgaf in 1865 omvatte zes delen, maar in deze gravure leunt zijn arm op zeven delen terwijl pas in 1878 een eerste supplement verscheen! Het gelaat van Brunet laat er geen twijfel over: hij was al een tijdje ‘uitgeteld’…


zie Bibliomanie

Bizar seksboek


In zijn blog https://perkamentus.blogspot.com/2011/05/ over ‘Opmerkelijke titels’ bespreekt de erudiete Perkamentus antiquarius Bizarre Books. A compendium of classic oddities van Russell Ash & Brian Lake (New York, 2007) en vermeldt daarbij: “In hoofdstuk 10, ‘Sex & Marriage’, vond ik een Nederlandse auteur en wel Harry G.M. Prick (1925-2006). Het enige exemplaar van zijn “The Sex Practitioner: a Step by Step Guide to the Pleasures of Sex” (New York, 1945) schijnt deel uit te maken van de collectie van de Amerikaanse Universiteitsbibliotheek in Oregon (Eugene).”

Van een volbloed bibliofiel die vertrouwd is met ‘blanke slavinnen’, nostalgische anticonceptie en de historie van het Amsterdamse nachtleven had ik toch verwacht dat hij meteen de fictieve titel had doorzien. Maar ja, het boek staat zelfs in de bibliografische goudmijn ‘The National Union Catalog, Pre-1956 Imprints’ (1968, vol 471 p 163):

      Harry Prick, The sex practitioner: a step by step guide to the pleasures of sex.

      New York, I. M. Horny, 1945. 69 pp. illus.


Hier enkele tips om dit boek te ontmaskeren:

  • Wikipedia: “Prick is a vulgar word for penis as well as a pejorative term used to refer to a despicable or contemptible individual.”
  • Slang Dictionary: “69 is slang for when two partners arrange their bodies to perform oral sex on one another in a way said to look like the number 69.”
  • En dan die uitgever: “I Am Horny”…


Blijft een raadsel waarom Perkamentus veronderstelde dat de letterkundige Harry G.M. Prick, ooit lid van het ‘Genootschap voor Tegennatuurlijke Letteren’, op zijn 20ste debuteerde met dit ‘geile’ boek! Maar geen schande want zovelen lieten zich vangen door de jacht naar verzonnen boeken die nooit gepubliceerd zijn of gewoon terechtkwamen in ‘nepbibliotheken’.

Inktvlekschande


De Franse schrijver Paul-Louis Courier maakte in 1808 de meest beruchte inktvlek in de boekenwereld. De ‘schandalige klad’ heeft veel inkt doen vloeien. Mijn zoektocht resulteerde in een collage van inktvlekken die opdoken in tal van historisch belangrijke momenten en tot grappige opvulling dienden van menige krant.


Lees meer avonturen van een inktvlek

Sensuele boerin


Het linker bronzen beeld van Gaston Broquet (circa 1910) kwam ik op drie veilingen tegen met telkens een verschillende omschrijving: ‘Paysanne relevant ses bas’, ‘Paysanne retroussant son jupon’ & ‘Peasant woman rolling up her petticoat’. Wat doet deze boerin op het veld: haar kous optrekken of haar (onder)rok oprollen? Het is in elk geval voor die tijd een gewaagde pose in het openbaar, een sensueel gebaar met de elegantie van de ballerina van Edgar Degas: ‘Danseuse attachant le cordon de son maillot’ (1885).

Antiquaarsvrouw


De Antwerpse antiquaar Jan Baptist Schoepen (1824-1914) was meer dan een halve eeuw actief in de handel van oude boeken wat resulteerde in 145 catalogi en 23 veilingen. Deze prent bevestigt het oude cliché dat “de boekenminnaar moet kiezen tussen zijn hartstocht voor het boek en zijn wens getrouwd te zijn. De ene liefde sluit in de praktijk de andere absoluut buiten, en dit niet omdat het mannenhart niet groot genoeg zou zijn voor beide genegenheden, maar omdat de vrouw deze geestelijke concurrentie niet duldt” (zie ‘vrouwelijke bibliofilie’).


Boris Rousseeuw, Jan Baptist Schoepen ‘bouquiniste à Anvers’ (Kalmthout, De Carbolineum Pers, 2018)

Minibibliofilie

In contrast met bovenstaande antiquaarsvrouw tonen we hier het werk van de echtgenote van de Franse bibliofiel Marcel Izzi. Zij participeerde in de passie voor boeken door het knutselen van deze drie bibliofiele scènes in miniatuurformaat. Het maken en verzamelen van piepkleine boekjes heeft een lange geschiedenis. Het is echter zeer uitzonderlijk ze ook tentoongesteld te zien in een speelgoedbibliotheek van 32 op 25 cm. Daarnaast zien we de bekende boekenstalletjes op de kademuren langs de Seine (38 x 26 cm). Ten slotte zien we een getrouwe reproductie van Izzi’s werkkamer en bibliotheek zoals die onaangeroerd bleef tot zijn dood in maart 2024 (51 x 26 cm) waarna zijn verzameling, inclusief deze miniaturen, geveild is bij Alde in Parijs.                                             

Zie ‘krimpende boeken’.

Stil leven of dode natuur


In plaats van het Franse ‘nature morte’ verkiezen wij een ‘stilleven’, volgens het woordenboek ‘een groepering van onbeweeglijke voorwerpen als model voor een schilder’. Het begrip dook voor het eerst op in De Groote Schouburgh der Nederlantsche Konstschilders en Schilderessen (1719; deel II p 3). In dit boek geeft Arnold Houbraken een vaak zeer grappige commentaar bij het werk van zijn collega schilders uit de zeventiende eeuw. Van Joachim Sandrart merkt hij op dat deze zeer traag was bij het portretschilderen. Zo verklaarde mevrouw Spiering dat zij voor het schilderen van haar hand vijf dagen had moeten stilzitten en “dit benam den menschen den lust om zig van hem te laten uitschilderen”.  Daarom ging Sandrart zich maar toeleggen op het schilderen van stillevens…

 

Nicoline van der Sijs, Geleend en uitgeleend: Nederlandse woorden in andere talen en andersom (Amsterdam, Taalfonds/Contact, 1998)

zie 'vergankelijke ijdelheid'

Een lopende Rembrandt


In 1646 maakte Rembrandt drie koperetsen van een jonge man die alleen een lendendoek droeg. Van deze gravures is deze prent een merkwaardige compositie: op de voorgrond zien we twee studies van dezelfde jongeman staand en zittend met op de achtergrond licht geschetst een huiselijk tafereel van een vrouw en een kind in een loopstoeltje. Van waar deze rare combinatie van twee verschillende onderwerpen? Mogelijk heeft Rembrandt de huiselijke achtergrond al eerder gegraveerd maar niet volledig afgewerkt om dan dezelfde koperplaat te gebruiken voor deze studie. De huiselijke scène betreft dan misschien de huishoudster Geertje Dircx die Rembrandts zoontje Titus leert lopen met een toen gebruikelijke loopstoel.


zie ook 'oudste loopstoel'

Muzikaal gevecht

De Franse caricaturist Jean-Jacques Grandville maakte enkele ‘fantaisies musicales’ waaronder deze passionele ‘presto con fuoco’ of ‘marche héroique’ (Magasin pittoresque, 1840) met volgende uitleg van de ‘componist’:

 

De actie (E-majeur) begint met een levendige aanval – Een chef leidt zijn soldaten naar een brug – Gewelddadige schok op de brug – Geratel; krachtige verdediging; een krijger wordt volledig doorboord – Tweede aanval op de brug – De grote chef spreekt zijn soldaten toe (orgelpunt) – Op zijn stem stormen de dapperen op hun vijanden af ​​(crescendo) die in wanhoop vluchten; sommigen gooien hun wapens neer en smeken om hulp uit de hemel (decrescendo) – Een krijger is, net als Achilles, gewond aan de hiel – De vaandeldrager wil zich verzetten tegen de vlucht van zijn metgezellen – Laatste pogingen om de brug te heroveren – Deze wordt aangevallen en verdedigd met even veel razernij (furore) – Een van de leiders en zijn zoontje worden gedood en verdronken aan de voet van het fort, dat onophoudelijk granaten afvuurt (orgelpunten) – De overwinning zal duur gekocht worden.

Pictografische VW

Affiche J. Libotte, Brussel, circa 1970

Oude rolstoel


In deze prent van Jan Luiken (De Byekorf des gemoeds, 1711) wordt op vermanende wijze de spot gedreven met een ‘podagreus’ of lijder aan jicht, een pijnlijke ontsteking van de grote teen, toegeschreven aan het overmatig wijndrinken. Wat de afbeelding interessant maakt is de zeldzame rolstoel van deze vermoedelijk welvarende patiënt. Het lijkt een kopie van een hulpmiddel voor een ‘collega’ jichtlijder: de Spaanse koning Filips II die destijds over de Nederlanden regeerde. Voor hem werd in 1595 een eigen rolstoel met verstelbare rugleuning en voetsteunen ontworpen.


http://www.historischkader.nl/wordpress/rolstoel/

Zie ook ‘Lof van het flerezijn’ & ‘oudste loopstoel


Kinderlokker


Meent deze prentenverkoper uit 1860 dit echt? Verwacht hij dat deze kinderen zijn prenten zullen kopen? De jongen lijkt me meer geïnteresseerd in hoepelen, maar het meisje kijkt met belangstelling in een boek: het lijkt een atlas maar (foei fantasie) kan ook een ‘vuil’ plaatje tonen… Waarom lokt de verkoper kinderen in zijn winkel, terwijl die toch hoogst waarschijnlijk geen geld bij zich hebben?!